Hoop! (12+) van Wies Bloemen
Hoop! (12+) van Wies Bloemen (Danstheater AYA) is genomineerd voor de Jonge Zwaan meest indrukwekkende jeugddansproductie 2024.
Jury over de nominatie
''In haar afscheidsvoorstelling als artistiek leider van Danstheater AYA geeft Wies Bloemen vier jonge dansers genereus de ruimte om hun uiteenlopende kwaliteiten te tonen op een aaneenrijging van popliedjes die in het teken staan van hoop in een niet zo hoopvolle wereld.''
Over Wies Bloemen
In 1990 richtte Wies Bloemen Danstheater AYA op, aanvankelijk als danstheater voor volwassenen. Sinds het zowel nationale als internationale succes van haar eerste jongerenvoorstelling Bronsttijd (1996) focust ze zich op een jong publiek. Wies Bloemen maakt danstheater vanuit een liefde voor het directe, het aardse, het heftige. In haar werk integreert Bloemen verschillende disciplines met dans, zoals tekst, muziek, zang en beeld. Haar voorstellingen brengen grote emoties en kwetsbaarheid over.
Tijdens haar carrière maakte Wies Bloemen ruim 50 voorstellingen voor de jeugd, inmiddels is AYA een begrip en in de Nederlandse podiumkunsten niet meer weg te denken.
Wies Bloemen haar veelzijdigheid en eigenzinnigheid zijn niet alleen terug te vinden in het verloop van haar carrière, maar ook in de voorstellingen zelf. Ze richt zich altijd op actuele en voor jongeren relevante onderwerpen. In die zin is het een bruisende tijd voor de dans, met alle maatschappelijke en morele vraagstukken die spelen.
Na 34 jaar verbonden te zijn geweest aan AYA als oprichtster, choreograaf en artistiek leider, heeft ze in maart 2024 het artistiek leiderschap overgedragen aan Ryan Djojokarso. Stoppen met creëren zal ze echter niet, dat is voor haar hetzelfde als stoppen met ademhalen, aldus Wies Bloemen.
Afbeelding door: Menno van der Meulen
“In haar afscheidsvoorstelling als artistiek leider van Danstheater AYA geeft Wies Bloemen vier jonge dansers genereus de ruimte om hun uiteenlopende kwaliteiten te tonen op een aaneenrijging van popliedjes die in het teken staan van hoop in een niet zo hoopvolle wereld.”